Terwijl het vroeger ‘not done' was om te zeggen dat je naar een psycholoog gaat, wordt daar nu in een groot deel van de samenleving normaal op gereageerd. Mede dankzij getuigenissen van Bekende Vlamingen en initiatieven als Rode Neuzen Dag beslissen mensen die zich niet goed in hun vel voelen om de stap naar een therapeut te zetten - ik ook.
Tot daar het goede nieuws. Het probleem is dat je al die BV's nooit hoort zeggen welke complexe weg je moet afleggen om beter met je ‘innerlijke demonen' te leren omgaan. Vaak is de teneur van hun getuigenis: “Ik voelde me slecht, maar ben in therapie gegaan en nu voel ik me stukken beter. Halleluja!”
Ik heb daar moeite mee. Ik worstel met zulke getuigenissen omdat het mensen een veel te simplistische kijk op therapie geeft. Veel liever zou ik eens van iemand horen dat de juiste psychologische hulpverlening vinden soms als een zoektocht in de woestijn aanvoelt.
Op mijn 24ste, vier jaar geleden, had ik nood om een psycholoog te zien. Ik googelde ‘psycholoog Gent' en belandde op de website vind-een-psycholoog.be. Voor de regio rond de Arteveldestad kreeg ik tientallen hits. Ik kon de zoekopdracht nog verfijnen door mijn klacht en/of gewenste therapievorm te specifiëren. Maar ik was 24 en had geen idee wat er met mij scheelde. Ik wist alleen dat ik in het verleden wat onaangename zaken had meegemaakt en dat ik me bij momenten vaak angstig en neerslachtig voelde. Welke klacht werd ik dan verondersteld aan te geven? Geen idee, ik kon er wel tien selecteren die misschien op mij van toepassing waren. Laat staan dat ik wist welke therapievorm ik moest selecteren. Ik had pol en soc gestudeerd, geen psychologie, wist ik veel of ik nood had aan ACT, cliëntgerichte therapie, EMDR, gedragstherapie, gestalttherapie, psychoanalyse, traumatherapie of één van de dertig andere therapievormen.
Lukraak koos ik voor EMDR (Eye movement desensitization and reprocessing, een techniek die vaak gebruikt wordt bij het verwerken van traumatische ervaringen, red.) omdat ik me vaag herinnerde dat een vriend daar eens over had gesproken en er wel positief over was. Bon, ik kreeg dan een waslijst met EMDR-therapeuten en daar moest ik dan maar iemand weten uit te kiezen. Een man of een vrouw? Een ouder iemand of een jonger persoon? Belangrijke keuzes, maar opnieuw: geen idee. Ik was in mijn tienerjaren al eens door een vrouw geholpen, maar nu stak ik in mijn hoofd dat een man mij beter zou kunnen helpen. Louter op basis van zijn profielfoto ging ik voor een mannelijke psycholoog van in de dertig. Even dacht ik dat ik op Tinder en niet op vind-een-psycholoog.be zat.
De eerste kennismakende gesprekken verliepen vlot, ik ging met een goed gevoel naar huis, maar tijdens het ‘behandelgedeelte' knapte ik af. Blijkbaar hield EMDR in dat de therapeut op bepaalde momenten op mijn knieën moest tikken en ik voelde me daar niet comfortabel bij, ik vond het ook een beetje ridicuul. Ik had dat aan die psycholoog kunnen zeggen en hij had kunnen bijsturen, maar ik wist niet of dat ‘mocht', het psychologische proces bevragen, dus ik zette de sessies zonder veel boe of bah stop.
Anderhalf jaar lang probeerde ik mijn mentale welzijnsproblemen te negeren. Dat mislukte uiteraard faliekant en ik besloot om opnieuw een beroep te doen op een psycholoog. Ik begreep nu beter dat ‘de psycholoog' niet bestaat en dat de juiste therapievorm kiezen niet een bijkomstigheid, maar een must is. Ik had er gesprekken over met een vriend die gelijkaardige problemen had en hij raadde me ACT-therapie aan (acceptance and commitment therapy) . Ik kon me in die filosofie vinden dus ik ging nu zelfverzekerder naar vind-een-psycholoog.be en zocht alle ACT-therapeuten op. Wel koos ik opnieuw iemand op basis van zijn fotootje, want hoe selecteer je anders iemand uit een reeks van twintig identiek lijkende profielen? Er was een klik, de gesprekken deden me deugd, ik was helemaal gewonnen voor de ACT-filosofie. Maanden verstreken, maar na verloop van tijd maakte ik geen verbetering meer. Door mijn vorige psychologische ervaring had ik nu het zelfvertrouwen om wat meer inzicht in zijn manier van werken te vragen, even hielp dat, maar we geraakten er niet meer uit.
De psycholoog zei dat hij mij wilde doorverwijzen naar een psychiater van het UZ Gent omdat hij dacht dat medicatie mij beter zou helpen. Dat was even een zware dobber: ik had een therapievorm gekozen waarvan ik overtuigd was dat ze bij mij paste, ik had er intussen al honderden euro's aan gespendeerd en nu moest ik weer iemand nieuw zoeken? Pff. Tegelijkertijd was ik ook hoopvol. Ik dacht: dit is geen afwijzing, dit is gewoon weer een nieuwe stap in je proces om beter te worden, ga naar die psychiater, misschien zal medicatie je effectief helpen.
Het eerste gesprek met de psychiater van het UZ was een openbaring. Ze vroeg me wat mijn klachten waren en ik kon heel specifiek zeggen wat er schortte. Daar kon ik op mijn 24ste alleen maar van dromen. Alleen al daarvoor moet ik mijn twee vorige psychologen erg dankbaar zijn. Ook al voelde het na het stopzetten wel zo, het waren dus zeker geen ‘mislukte' ervaringen. De psychiater zei dat ik van medicatie waarschijnlijk geen heil moest verwachten, maar dat schematherapie mij zou helpen. Allez vooruit, weer een nieuwe vorm.
Nu ga ik al een paar maanden naar een schematherapeut. Een vrouw. Ik heb nog een lange weg te gaan, maar op sommige vlakken heb ik al vooruitgang geboekt en dat koester ik heel erg. Ik kan met haar ook transparant zijn over mijn verwachtingen naar haar toe. Als ik het gevoel heb dat de structuur in onze sessies wat zoek is, dan zeg ik dat gewoon. Na drie psychologen te zien begrijp je dat de relatie psycholoog-cliënt veel minder top-down is, maar echt wel een wisselwerking.
Even nam ik ook medicatie, maar door bijwerkingen heb ik dat stopgezet. Maar net als het vinden van een psycholoog die bij je past is uitvissen of antidepressiva je al dan niet liggen echt geen evidentie. Psycholoog A zegt wel medicatie, psychiater B zegt toch maar niet, huisarts C zegt misschien wel, psycholoog D zegt neen, echt niet. Opnieuw: tijdens het zoeken van de juiste psychologische hulpverlening waan je je bij momenten in de Sahara.
Het is goed dat we van alle kanten worden aangemoedigd om de stap naar ‘de psycholoog' te zetten, maar we moeten inzien dat ‘de psycholoog' niet bestaat. Heel wat mensen hebben wellicht chance en worden meteen goed geholpen, anderen moeten dan weer een paar psychologen proberen vooraleer ze iet of wat effect ervaren.
Ik bevind me in een geprivilegieerde positie dat ik die queeste naar de juiste hulp kan betalen, maar zelfs met een fulltimejob is 60 euro per week geen evidentie. Sinds dit jaar krijgen volwassenen acht sessies per jaar terugbetaald, mits doorverwijzing van de huisarts of psychiater. Maar acht gesprekken, wat is dat? Daarmee kom je amper toe om je verhaal te vertellen en een band met je psycholoog op te bouwen, laat staan dat er tijd is om te behandelen. Voor mensen die het financieel moeilijker hebben, zijn er gelukkig nog de Vlaamse Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) maar die poule aan psychologen is beperkt; als het met hen niet klikt, zit je in de jus. Daarom: de politiek moet eindelijk therapeutische hulp beschikbaar maken voor iedereen, zolang hij of zij dat nodig acht.
Ook de mentaliteit van menig huisarts moet nog worden gewijzigd. Ik heb de indruk dat jonge huisdokters hun best doen om hun patiënt naar een psycholoog door te verwijzen, maar veel oudere huisartsen lijken toch nog altijd geneigd om snel naar antidepressiva te grijpen - mede op vraag van de patiënt. Onlogisch is dat niet, want een voorschrift voor een pilletje neemt veel minder in tijd beslag dan samen op zoek te gaan naar een helpend psychologisch traject en het is, zoals gezegd, ook veel goedkoper.
Het is wel jammer, want de meeste psychiaters en psychologen die ik heb gesproken raden medicatie bij het merendeel van hun cliënten sterk af. Die geneesmiddelen ‘dempen' de klachten waardoor het voor psychologen soms moeilijker is om ze te behandelen, want de cliënt wordt minder met zijn of haar problemen geconfronteerd. Psychiaters wijzen ook op de vele neveneffecten: maagproblemen, constipatie, invloed op je bloeddruk en dat zijn er maar enkele.
Daarom: blijf in huisartsopleidingen hameren op de voorkeur van therapie boven medicatie en schroef de kennis van de verschillende therapievormen bij dokters bij. Als die kennis ontbreekt, verwijs dan als huisarts door naar een psychiater die de patiënt op weg kan helpen. We associëren psychiaters nog te veel met medicatie, maar sommigen geven ook advies welk therapeutisch pad je best bewandelt. Dat heeft mij erg geholpen.
En wat ons, de cliënten, betreft: onthou dat een psychologisch traject er een kan zijn met veel omwegen. Misschien ontdek je pas na een half jaar dat een bepaalde psycholoog je toch niet ligt en dat is geen schande. Ook de ‘mislukte' ervaringen hebben je dingen geleerd en doen je aan jezelf werken. En is dat uiteindelijk niet wat telt?
Fernand Van Damme - De Morgen - 26 augustus